Een man, daar in mijn kamer,
ik zie hem, maar toch niet.
Hij zit daar maar te staren,
zonder dat iemand hem ziet.
ik zie hem, maar toch niet.
Hij zit daar maar te staren,
zonder dat iemand hem ziet.
Een man daar in mijn kamer,
ik ken hem, maar toch niet.
Ik vraag het aan mijn moeder,
maar mijn moeder ziet hem niet.
Bij mijn opa staat een foto,
in een lijstje op de kast.
Als ik hem vraag:“Wie zijn dat?”
dan antwoordt hij verrast;
“Die daar, dat is mijn vader.
Hij was jong en onbevreesd.
Hij is ooit een soldaat
in ons leger geweest. “
Een man, daar in mijn kamer,
Ik zie hem, maar toch niet.
Zachtjes snikkend huilt hij tranen,
Maar van trots, niet van verdriet…
Esmee Hendriks – 4 mei 2011 – Voorgedragen tijdens de Nationale dodenherdenking op de Dam